FAQ Studeren met hoogbegaafdheid

Hieronder vind je veel gestelde vragen uit onze onderwijspraktijk. Klik op de vraag om het antwoord te lezen.

Vraag 1: Hoe zorg ik dat ik begin met studeren/dat ik stop met uitstellen?

Antwoord:

Als je last hebt van uitstelgedrag, kan dat veel verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld:

  • Gewend zijn niet veel/niets te hoeven doen
  • De taak die je moet doen is niet interessant
  • Je hebt last van perfectionisme/faalangst
  • Last van succesangst
  • Teveel andere interesses/activiteiten
  • Niet weten hoeveel tijd je nodig hebt
  • Niet weten wat er van je verwacht wordt
  • Niet weten hoe je moet studeren
  • Makkelijk toegeven aan afleiding/verleidingen
  • Moeilijk kunnen concentreren

Achterhaal jouw oorzaak/oorzaken en pak die aan (kijk bijvoorbeeld ook bij de andere FAQ’s)

Vraag 2: Hoe leer ik om te studeren en wat moet ik eigenlijk doen als ik moet studeren?

Antwoord 2.1:

Onderzoek hoeveel tijd je eigenlijk in je studie zou moeten stoppen om de resultaten te behalen die je wilt/moet behalen. Maak een plan hoe je dit in jouw blok/week zou willen verdelen. Verwacht niet dat je dit ineens kunt waarmaken, maak een realistisch opbouwschema. Kijk of er ondersteuning is in jouw opleiding (of regel zelf iets anders)  om je te helpen je plan uit te voeren en vol te houden. Werk met beloningen, iedere keer dat het goed gaat. Gaat het een keer niet goed, geef niet op, pak je plan weer op.

 

Antwoord 2.2:

Lees de studiegids voor het vak goed, daar staat in wat er van je verwacht wordt. Ga naar de colleges en werkgroepen, daar worden aanwijzingen gegeven over hoe je het aan moet pakken.  Bestudeer de opgegeven literatuur, maak opdrachten, oefen voor toetsen en tentamens. Creëer overzicht van de stof vóór je in de details duikt. Achterhaal wat de docent wil dat je weet/doet met de stof. Vraag het eventueel medestudenten of ouderejaars.

Als het lezen van een heel boek je overweldigt, of als je verdwaalt in de stof of op veel zijpaden terecht komt, kan het helpen om eerst een samenvatting te lezen.

Vraag 3: Wat kan ik doen als ik het niet interessant vind wat ik moet doen?

Antwoord:

Onderzoek of je het interessanter kunt maken door bijvoorbeeld het toevoegen van andere bronnen (hou wel in de gaten wat de docent verwacht dat je weet) of het vertalen naar de praktijk met voorbeelden. Een andere manier kan zijn door er met anderen over te praten. Ook kun je het proberen interessanter te maken door een uitdaging aan jezelf te geven, bijvoorbeeld hoe snel je het af moet hebben.

Stel het vooral niet uit, het wordt alleen maar steeds vervelender.

 

 

Vraag 4: Ik heb zo’n last van perfectionisme, wat kan ik daar aan doen?

Antwoord:

Als je last hebt van perfectionisme dan is de kans groot dat jouw lat vele malen hoger ligt dan wat de opleiding van je verwacht. Onderzoek wat de opleiding/de docent van je verwacht, maak een plan dat je daarop baseert met vooral ook een redelijk aantal uren die je er in mag stoppen en hou je aan dat plan.

Als de geplande tijd op is, stop je met studeren of lever je de opdracht in. Evalueer na afloop of je werkwijze klopte, of je het tentamen/opdracht hebt gehaald en neem deze kennis mee bij de volgende taak.

 

Vraag 5: Wat kan ik aan succesangst doen?

Antwoord:

  • Als je bang bent om het goed te doen omdat je dan opvalt, begin dan met het goed genoeg te doen. Onderzoek wat er van je verwacht wordt en voldoe daar aan. Er zit iets tussen niet presteren en excelleren in. Daarna kun je onderzoeken hoe jij zelf eigenlijk zou willen presteren.
  • Als je bang bent om het goed te doen omdat je denkt dat je dan altijd goed moet presteren en je vreest daar niet altijd aan te kunnen voldoen: iedere schoolperiode is een periode van leren, ook de universiteit. Als je het allemaal al perfect zou kunnen, zou je de school niet meer hoeven doen. Geef jezelf de ruimte om te leren. Iets nieuws leren gaat de ene keer beter dan de andere.

 

Vraag 6: Ik heb teveel andere interesses/activiteiten, hoe zorg ik dat ik ook aan studeren toe kom?

Antwoord

Onderzoek hoeveel tijd je nodig hebt/zou moeten inruimen voor de vaste dingen: studeren, eten, huishouding, reizen en ontspanning. Je weet dan hoeveel tijd je over hebt voor andere dingen. Inventariseer wat je verder allemaal nog zou willen doen en hoeveel tijd je daaraan zou willen besteden. Maak in deze activiteiten een volgorde van wat je het liefst wilt doen. Bereken hoeveel van deze lijst je nog kunt doen in de tijd die je over hebt en kies voor die dingen. De rest van je lijst bewaar je voor als je meer tijd hebt of wanneer je andere keuzes wilt maken.

 

Vraag 7: Hoe weet ik hoeveel tijd ik nodig heb voor studietaken?

Antwoord:

  • Voor het lezen van literatuur: lees een uur en kijk hoeveel je gedaan hebt, of lees een hoofdstuk/artikel en kijk hoe lang je er over gedaan hebt.
  • Voor opdrachten/papers: vraag de docent, de studieadviseur, ouderejaars studenten. Begin de eerste keer ruim op tijd en ontdek hoeveel tijd jij nodig hebt.

Vraag 8: Ik weet niet wat er van me verwacht wordt, hoe pak ik het aan?

Antwoord:

Lees de beschrijving van je vak in de Studiegids. Praat met de docent, met je mentor, met je studieadviseur, met medestudenten en met ouderejaars. Vraag of je oefententamens in mag kijken. Bekijk opdrachten of papers van studenten die voldoendes halen.

Denk vooral logisch na. Realiseer je dat je niet te ver door moet denken en er niet te veel bij moet halen. Dat wat jij als vanzelfsprekend of bekend verondersteld, kan juist precies het gevraagde zijn.

Vraag 9: Hoe kan ik me beter concentreren?

Antwoord:

  • Zie ook het antwoord bij de vraag over afleiding en verleidingen
  • Maak het studeren interessant voor jezelf, hoe interessanter je het vindt, hoe makkelijker het is om geconcentreerd te zijn
  • Creëer voor je gaat studeren overzicht over wat je gaat bestuderen, waar gaat het over, hoeveel tekst is het, wat is de rode draad, dat maakt het makkelijker om er ‘in‘ te komen.
  • Studeer niet te lang achter elkaar, doe een studiesessie van 50 minuten, neem dan tien minuten pauze waarin je niet iets anders gaat doen (kofje thee halen of naar het toilet gaan, even uitrekken en naar buiten kijken) en ga dan weer verder met studeren.
  • Leef gezond, slaap voldoende, drink en eet genoeg en gezond.

 

Vraag 10: Hoe zorg ik dat ik minder toegeef aan afleiding en verleidingen?

Antwoord:

Realiseer  je dat je studeert om dat je dat wilt (als dat niet zo is, waarom doe je het dan?). Maak studeren jouw keuze. Bepaal wanneer en hoe lang je wilt studeren en hou je daar aan. Beslis wanneer je tijd hebt voor andere dingen. Dat is een prettig vooruitzicht voor als je klaar bent met studeren. Kies een plaats uit om te studeren waar weinig mogelijkheden tot afleiding zijn. Schakel dingen die je afleiden uit, bijvoorbeeld:  doe oordoppen in of zet muziek op, schakel je telefoon uit, zet computerprogramma’s die je niet nodig hebt uit, maak afspraken met huisgenoten/studiegenoten dat ze je niet storen en hoe laat het pauzetijd is. Gebruik technieken als de pommodoro techniek om je op je studie te richten.  Dit is een linkje naar een website waar je uitleg vindt over de pomodorotechniek (er zijn er meer): https://www.studiemeesters.nl/studietips/pomodoro-methode/

Vraag 11:  Een saaie studietaak kost me veel energie. Wat kan ik hier aan doen?

Antwoord: 

Voor sommige HB-ers kost concentreren op een saaie studietaak veel energie. Soms werkt de juiste afleiding positief op het concentratievermogen en de energie die het kost. Probeer uit wat  voor jou goed werkt. Je kunt denken aan (terwijl je bezig bent met je studietaak):

  • muziek luisteren
  • op ander (of half laptopscherm) een serie kijken die niet al je aandacht vraagt maar net genoeg afleidt om je te kunnen blijven concentreren op de studietaak
  • breinpuzzels of fidgetcubes of fidgetpennen of meridiaanballen of een stressbal oid
  • luisteren naar een podcast
  • Kijk wat voor jou werkt: het moet net genoeg en niet teveel afleiden en het is een kwestie       van uitproberen wat voor jou goed werkt.

Vraag 12: Wat moet ik doen als ik de colleges te langzaam/saai vind?

Antwoord:

Probeer ze interessant te maken door actief met de stof bezig te zijn. Soms helpt het om te tekenen/krabbelen/schrijven terwijl je luistert. Zoek tijdens het college in je literatuur op waar de docent het over heeft. Als het voor jou werkt, kun je tijdens het college een opdracht maken of een andere taak doen, sommige hoogbegaafden kunnen dan juist beter luisteren. Als het college opgenomen wordt, kun je het thuis kijken terwijl je het in anderhalf tempo afspeelt.  Soms is ook juist het niet voorbereiden van colleges beter omdat als alles herhaald wordt in het college het juist saaier kan worden. Meestal weet je na een aantal colleges wel of de docent met nieuwe stof komt of dat hij de vooraf door te nemen stof herhaalt.

Vraag 13: Hoe maak ik een Multiple Choice tentamen als er meerdere antwoorden mogelijk zijn?

Ik kan bij ieder antwoord beredeneren waarom het goed zou kunnen zijn….....

 

Antwoord:

In de colleges, de collegesheets en de werkgroepen krijg je aanwijzingen wat de docent belangrijk vindt in de stof. Daar zijn de tentamen vragen meestal op gebaseerd. Richt je dus daar op. Maak of koop goede samenvattingen, daar zit de essentie van de stof in, daar gaan de vragen over. Maak oefententamens en bespreek met andere studenten wat de goede antwoorden zijn en waarom. Lees tijdens het tentamen de vraag aandachtig, formuleer eerst je eigen antwoord en kijk of je dat kunt vinden tussen de aangeboden antwoorden. Denk niet te ver door, het is vaak niet zo moeilijk als jij verwacht.

Vraag 14: Wat moet ik doen als ik een studie te weinig/te saai vind?

Antwoord:

Het is voor de meeste hoogbegaafden niet zo dat ze alles in één opleiding kunnen vinden. Doe dan dingen naast je studie, waardoor het totaalpakket voor jou interessant is. Doe een tweede opleiding of kies een interessante major/minor combinatie. Doe cursussen naast je opleiding. Zoek een interessant baantje of een bestuur of commissie. Of neem de tijd voor interessante hobby’s. Kies uit al deze dingen op basis van wat je graag wilt doen/leren/ontwikkelen. (Zorg wel dat je tijd voor je studie blijft inruimen).

Vraag 15: Ik loop vast en wil graag weten hoe ik een goede hulpverlener kan vinden?

Antwoord:

Het valt niet altijd mee om een goede hulpverlener te vinden: het is op de eerste plaats belangrijk dat je een goede klik hebt met je hulpverlener en het werkt goed als deze ook verstand heeft van de problematiek en systeem van hoogbegaafdheid.

Er zijn overzichten te vinden op de websites van IHBV en ECHA van hulpverleners die kennis van hoogbegaafdheid hebben.

Vraag 16: Mijn docent/slb-er/mentor begrijpt niet waarom ik worstel met mijn hoogbegaafdheid op de opleiding. Wat kan ik hier aan doen?

Antwoord:

Vaak ligt er gebrek aan kennis ten grondslag aan een stuk onbegrip. Op deze website tref je informatie over hoogbegaafdheid aan en ook PowerPoints waar je op kunt wijzen. Ook kun je informeren of er iemand binnen jouw opleiding wel meer weet over hoogbegaafdheid en vragen of deze bereid is om diens kennis te delen met de collega die er nog niet veel van af weet. Wij streven er naar en werken aan het verspreiden van kennis over HB zodat er op zoveel mogelijk opleidingen mensen zijn die hier genoeg van weten om een stukje ondersteuning te kunnen bieden.

Vraag 17: Wat doe ik met frustratie die ontstaat door onbegrip en gebrek aan aansluiting door een te groot verschil in sociaal/intellectueel niveau en interesses, zowel op de opleiding als privé? 

Antwoord:

  • Stel je verwachtingen bij of als je dat kan: laat je verwachtingen los.
  • Limiteer de frequentie/duur van de contacten als dat kan als de contacten teveel energie kosten. Soms is vermijden okee: teveel frustrerende gesprekken op een dag kost soms teveel energie.
  • Ga niet te veel uitleggen. Voor jou is het zo en laat mensen maar vragen stellen aan jou als ze het niet snappen.
  • Zorg voor voldoende afleiding en ontspanning voor jezelf.

 

Vraag 18: Waar vind ik gelijkgestemden/andere hoogbegaafde studenten?

Antwoord:

  • Informeer of er een Meet&Greet groep binnen je hogeschool/universiteit aanwezig is. Indien er nog geen groep aanwezig is bespreek dan met bijvoorbeeld je mentor of decaan of dit met behulp van iemand van de opleiding kan worden opgezet.
  • Veel HB-ers stellen geen vragen tijdens het college omdat ze denken dat anderen die vraag niet snappen en de docent misschien geen antwoord heeft. Houd slimme vragen niet voor je: mochten er andere hb-ers in de groep zitten dan is er herkenning mogelijk.
  • Onderzoek Internet/social media zoals b.v.

   

Vraag 19: Ik verveel me vaak. Waar kan ik interessante uitdagingen vinden? 

Antwoord:

Er is veel mogelijk en het helpt als je echt iets gaat doen. Sommige hb-ers willen echt op een interessegebied de diepte in, sommige hb-ers hebben juist weer een hele brede interesse, waardoor ze vooral behoefte hebben aan afwisseling en veel verschillende uitdagingen.

 

Een aantal suggesties uit een veelheid aan mogelijkheden:

  • Ga een vreemde taal leren: er zijn veel gratis internetcursussen waar je een eind mee kunt komen.
  • Leer een muziekinstrument, volg een cursus tekenen/schilderen etcetera.
  • Kijk naar het grote aanbod van MOOC (www.MOOC.org)  MOOC staat voor Massive Open Online Course; een online cursus waarvoor iedereen zich mag inschrijven. Met een MOOC kun je een certificaat halen bij een universiteit van wereldfaam.
  • Raak je snel uitgekeken? Kijk dan of je jouw hobby’s aan doelen kunt koppelen.
  • Informeer bij andere hb-ers wat zij allemaal doen en kom zo op nieuwe ideeën.
  • Zoek uit wat jou intellectueel en/of in creatief opzicht prikkelt en zoek daarbij een boek, een YouTube tutorial, podcast, video etcetera.
  • Zoek een sport of als je snel verveeld bent: ga sporten bij het Sportcentrum van je Hogeschool of universiteit: het aanbod van sportactiviteiten is groot, waardoor er genoeg is om uit te proberen. Ook ben je met sporten even uit je hoofd waardoor je weer kunt opladen.

Vraag 20: Wat kan ik nog meer doen?

Antwoord:

Leer jezelf goed kennen: wat slurpt bij jou energie, wat geeft jou energie. Wat zijn je valkuilen en waar kun je in groeien/verbeteren? Waar merk je aan dat je jouw grens bereikt en wat kan jou op dat moment helpen/steunen? Onderzoek en probeer uit wat voor jou werkt om overeind te blijven. Leer de wereld begrijpen. Je hoort tot de uitzondering van 2% en moet leren leven met de wereld zoals die is, met alles wat daar bij hoort.